zondag 10 mei 2009

Reve und kein Ende

(Voor boekhandel Blokker te Heemstede: docenten aan College Hageveld schrijven over hun favoriete boek/auteur)

Mijn liefde voor Gerard Reve begon in mijn puberteit. Het was mijn toenmalige leraar Nederlands die mij met zijn werk in aanraking bracht. Later heb ik mij weleens afgevraagd, en ik vraag het mij nu weer af, of het pedagogisch verantwoord is om een adolescent een schrijver als Reve aan te raden. Veel pubers zijn geneigd om zonder distantie te lezen en zoeken in literaire teksten naar de mogelijkheid tot identificatie. Is Gerard Reve echter het ideale rolmodel? Voor mij werd hij, op 15-jarige leeftijd, een literaire God.
Dat begon met de foto op de omslag van het eerste boek dat ik van Reve las: Brieven van een aardappeleter (1993). Reve, in pak met stropdas, neemt hierop een ietwat spottende pose in, met een licht wrede trek op zijn gezicht. Hoewel bijna 70, onmiskenbaar een knappe, intrigerende man. In de komende jaren zou ik het ene boek na het andere van hem verslinden; sommige boeken las ik twee keer binnen één jaar.
Reve heeft de puber dan ook wel iets te bieden. Zijn niet alle pubers in wezen romantici? Reve schrijft over het verlangen naar liefde en seksualiteit, een verlangen dat niet wordt vervuld. Hij schrijft over eenzaamheid, die daar het gevolg van is. En hij schrijft, wat ik pas later ben gaan begrijpen, vanuit een symbolisch wereldbeeld (het katholicisme), dat haaks staat op het materialistische wereldbeeld van zijn jeugd (het communisme).
Wat Reve voor mij tot de grootste Nederlandse schrijver maakt, is de persoonlijke inzet die zijn boeken kenmerkt. Reve is een schrijver die je, als je er hetzelfde levensgevoel op na houdt, niet onberoerd laat. Ook kan ik steeds opnieuw enorm genieten van zijn polemieken tegen bijvoorbeeld de stad Amsterdam, tegen het ‘zorgeloze kunstenaarsvolkje’ dat die stad bevolkt en tegen de morele gelijkhebberigheid van het socialisme. Maar vóór het kapitalisme en de monarchie.
Bij Reve valt ook bijzonder veel te lachen, bijvoorbeeld om de drankzuchtige dichter Hugo Treger in Bezorgde ouders (1988), die bij het grofvuil een teddybeer vindt, die hij niet kan laten liggen omdat dat zonde is, maar eenmaal mee naar huis genomen, van een anti-katholieke samenzwering verdenkt en die daarom gekneveld moet worden en weggestopt onder een roze kinderbadje. Je moet er maar opkomen en het overtuigend op papier kunnen zetten.
Er zijn vele boeken die geschikt zijn als inleiding tot het werk van Gerard Reve, bijvoorbeeld de door Reve’s levenspartner Joop Schafthuizen samengestelde bloemlezing De laatste jaren van mijn grootvader, die een mooie dwarsdoorsnede biedt van vijftig jaar schrijverschap. Hoofdzaak is dat de grootste schrijver die Nederland in de 20e eeuw heeft voortgebracht, gelezen blijft worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten