zondag 26 oktober 2008

Eine bitterböse Geschichte zum Lachen und Weinen


Tijdens mijn vakantie las ik Elfriede Jelineks roman Die Liebhaberinnen.

Die Liebhaberinnen is een soort sarcastische parodie op een Heimatroman, waarin de alwetende verteller twee meisjes uit een (waarschijnlijk Oostenrijks) dorpje volgt die proberen aan hun eenvoudige afkomst te ontkomen en het hoger op te zoeken. De manier waarop ze dit doen is door een man aan zich te binden. En dat kun je weer het beste bereiken door zwanger van hem te worden.

Dat gaat in het geval van Brigitte zo in zijn werk:

brigitte will es in sich hineinkriegen und, daß es dann auch drinnenbleibt und nicht wieder ungenützt, sinnlos und zukunftslos herausrinnt. brigitte will, daß heinz abdrückt und ihr den extrakt aus dem rindsbraten und den semmelknödeln von heute mittag hineinschießt. jetzt muß dieser schlatzige mist doch endlich hineingespritzt und drinnen sein, aber nein, gut ding braucht weile, und heinz braucht auch weile. [...]

brigitte fühlt den schwammigen heinzbauch auf sich herunterdrücken, nichts deutet darauf hin, daß noch leben in diesem koloß ist.
heinz ist nicht gerade der leichteste, doch das bedenkt er nicht.
soll ich ihn in die weichen treten wie ein pferd, durchzuckt es b. flüchtig.

Eigenlijk heeft Brigitte een hekel aan Heinz. Zijn charme bestaat er in dat hij in de toekomst waarschijnlijk een eigen zaak zal hebben. Heinz wil met Brigitte slechts avontuurtjes beleven en valt eigenlijk op Susi. De ouders van Heinz zien Brigitte al helemaal niet staan, omdat ze 'minder' is dan Heinz en hij er dus met haar niet op vooruitgaat. Genadeloos ontleedt Elfriede Jelinek de economische principes in menselijke relaties. Maar als de 'schlatzige mist' dan eindelijk 'hineingespritzt' is, is er geen ontkomen meer aan: er zal getrouwd worden en Brigitte krijgt haar grote huis, mooie keuken, meubels; waar het haar uiteindelijk allemaal om te doen was.

De verhalen in Die Liebhaberinnen stemmen niet vrolijk. Toch valt er ook te lachen om het dodelijke commentaar van de alwetende verteller en te genieten van het originele taalgebruik. Maar van iets van mededogen met haar hoofdpersonen is bij Elfriede Jelinek geen sprake, wat het lezen van haar boeken toch iets ongemakkelijks geeft.

zaterdag 25 oktober 2008

Dresden revisited

Eergisteren was ik voor het eerst in ruim zes jaar weer eens in Dresden. Daar doet men er alles aan om de oude naam van het Florence aan de Elbe (Elbflorenz) ere aan te doen. Diverse Barok-gebouwen stonden in de DDR-tijd nog overeind en sinds 2004 is ook de Frauenkirche weer opgebouwd. Als je de kerk binnentreedt is het net alsof je een Japanse kopie bezoekt. Desalniettemin vinden vooral veel oudere Duitsers de kerk prachtig en ervaren ze de wederopbouw als het afsluitende hoofdstuk van de Tweede Wereldoorlog. Ook de gebouwen rond de Frauenkirche zijn allemaal 'nep'. Samen met al die barok-pracht-en-praal is het centrum van Dresden een plek geworden voor toeristen (waar je naar toe geleid wordt door één van de lelijkste Einkaufsmeilen die ik ooit heb gezien; de Leyweg in Den Haag is er niks bij). Gelukkig is er aan de andere kant van de Elbe ook nog de Neustadt, die in de 19e eeuw is ontstaan en de oorlog redelijk ongeschonden heeft overleefd. Hier geen toeristen, maar vooral heel veel alternatieve Duitsers, van jonge gezinnen (komt in Duitse alternatieve kringen veel voor) tot punks. Hier leeft de stad: met boekhandeltjes, boetiekjes, leuke cafeetjes, etc.

PS1 Wat wel voor de Dresdner Stadtverwaltung spreekt: het Kulturhaus (een soort Palast der Republik) hebben ze laten staan, inclusief DDR-wandfries.

PS2 Op een zuil voor Café Prag, in de DDR een gerenommeerd café en na de Wende een succesvol Italiaans restaurant (het eerste in Dresden), zag ik het mooiste mozaïek ooit (foto volgt).