De kamer waar wij vroeger samen waren
staat als een kooi rondom mij opgericht
dreigend en onverbiddelijk
De muren kaatsen wit en wezenloos
met valse flikkeringen en het raam
waakzaam dat als een groot boosaardig oog
vol leedvermaak mijn eenzaamheid bespiedt.
De boeken staren mij vijandig aan
zelfs de piano, normaal zo vertrouwd
grijnst grimmig al zijn tanden bloot
en 's nachts wanneer ik wakker lig
in een vijandig, onverschillig bed
hangt er de harige klauw
der angst
Uit: Nop Maas - Gerard Reve. Kroniek van een schuldig leven. 1 De vroege jaren 1923-1962. Amsterdam 2009. Blz. 387-388.
zaterdag 19 december 2009
Op de verjaardag van Hanny Michaelis (1)
Die avond heb ik lang gewacht
eer ik je voetstap hoorde op de trap
Met elke klokslag die zonder verstierf
groeide mijn vrees als een verscheurend dier
dat op het punt stond mij aan te vliegen
wanneer de laatste hoop mij zou ontglippen
Het duurde eindeloos - toen stond je in de deur
een vreemdeling, bijna een vijand
de vraag die ik ternauwernood dorst uiten
stierf op mijn lippen toen ik zag
hoe schuw je ogen die van mij ontweken
bang om het brandende geluk te tonen
dat in zijn niet te temmen gloed
de schrale resten van het mijne zou verzengen
omdat ik er geen deel aan had
Uit: Nop Maas - Gerard Reve. Kroniek van een schuldig leven. 1 De vroege jaren 1923-1962. Amsterdam 2009. Blz. 387.
eer ik je voetstap hoorde op de trap
Met elke klokslag die zonder verstierf
groeide mijn vrees als een verscheurend dier
dat op het punt stond mij aan te vliegen
wanneer de laatste hoop mij zou ontglippen
Het duurde eindeloos - toen stond je in de deur
een vreemdeling, bijna een vijand
de vraag die ik ternauwernood dorst uiten
stierf op mijn lippen toen ik zag
hoe schuw je ogen die van mij ontweken
bang om het brandende geluk te tonen
dat in zijn niet te temmen gloed
de schrale resten van het mijne zou verzengen
omdat ik er geen deel aan had
Uit: Nop Maas - Gerard Reve. Kroniek van een schuldig leven. 1 De vroege jaren 1923-1962. Amsterdam 2009. Blz. 387.
vrijdag 18 december 2009
Op stap met Agnes
Op het weblog van Hanneke Groenteman (http://www.hannekegroenteman.nl/) las ik het volgende:
Kijk, zo zie je hoe machtig het Medium TV is. Ik raakte gewonnen voor Agnes Kant. Vanavond: een 'onverwachte' ontmoeting tussen Marga van Praag (Het Gesprek) en Agnes Kant. Ik geloof niet helemaal in het onverwachte, maar wel in de kwaliteit van Marga van Praag om mensen in haar ontmoetingen te laten bloeien. Agnes Kant liet zich aan Marga (en door Marga) van een spontane, vrolijke, aantrekkelijke en intelligente kant zien. Marga liet zien dat zij een ontwapenende en slimme ondervraagster is. Ik had al een keer een stuk met Ahmed Marcouch gezien, dit was de tweede 'Marga' die ik zag, en ik vond het hardstikke goed. Prikkelend, onderhoudend, alles wat vrouwen willen weten kwam langs, maar ook wat je als politiek geïnteresseerde wilt weten.
Ze hadden haar (Marga) nooit moeten laten gaan bij de publieke omroep. En Agnes moet zich vaak door Marga laten interviewen (of adviseren). Ruim baan voor pittige vrouwen!
Mijn kijkervaring was wat Agnes Kant betreft een geheel andere. Ik vond haar voor het zien van dit interview wel een pittig wijf, type "ik zeg het je recht in je gezicht". Maar wat voelt die vrouw zich snel aangevallen, wat reageert ze verbeten en wat een gebrek aan relativeringsvermogen! Hoe kun je bovendien op iemand stemmen die woont in een huis zonder enige franje, nota bene in een soort bouwkeet (als ik het goed heb begrepen) en wiens culinaire hoogtepunt het in de oven schuiven van een afbakbroodje is? Politiek hoort niet over dit soort dingen te gaan, maar gaat er in de praktijk, ook bij mij, wel over.
Kijk, zo zie je hoe machtig het Medium TV is. Ik raakte gewonnen voor Agnes Kant. Vanavond: een 'onverwachte' ontmoeting tussen Marga van Praag (Het Gesprek) en Agnes Kant. Ik geloof niet helemaal in het onverwachte, maar wel in de kwaliteit van Marga van Praag om mensen in haar ontmoetingen te laten bloeien. Agnes Kant liet zich aan Marga (en door Marga) van een spontane, vrolijke, aantrekkelijke en intelligente kant zien. Marga liet zien dat zij een ontwapenende en slimme ondervraagster is. Ik had al een keer een stuk met Ahmed Marcouch gezien, dit was de tweede 'Marga' die ik zag, en ik vond het hardstikke goed. Prikkelend, onderhoudend, alles wat vrouwen willen weten kwam langs, maar ook wat je als politiek geïnteresseerde wilt weten.
Ze hadden haar (Marga) nooit moeten laten gaan bij de publieke omroep. En Agnes moet zich vaak door Marga laten interviewen (of adviseren). Ruim baan voor pittige vrouwen!
Mijn kijkervaring was wat Agnes Kant betreft een geheel andere. Ik vond haar voor het zien van dit interview wel een pittig wijf, type "ik zeg het je recht in je gezicht". Maar wat voelt die vrouw zich snel aangevallen, wat reageert ze verbeten en wat een gebrek aan relativeringsvermogen! Hoe kun je bovendien op iemand stemmen die woont in een huis zonder enige franje, nota bene in een soort bouwkeet (als ik het goed heb begrepen) en wiens culinaire hoogtepunt het in de oven schuiven van een afbakbroodje is? Politiek hoort niet over dit soort dingen te gaan, maar gaat er in de praktijk, ook bij mij, wel over.
maandag 14 december 2009
Op de verjaardag van Gerard
26.7.1990
Het is een lieve man, zeer kundig op zijn gebied, maar hij zit nog vol met de klassieke 'linkse' onzin van zijn jeugd, en denkt dat katholieken willoze slaven zijn van zwartberokte uitbuiters en zelf niet mogen denken. Het merkwaardige is dat 'progressieve' mensen zich eigenlijk nergens echt voor interesseren en zich nergens in verdiepen, omdat ze alles al weten. Ze hebben geen wereldbeeld, en kunnen geen enkele idee anders dan letterlijk begrijpen. Mijn verering voor katholieke dieren vindt hij alleen maar dol komisch. Dat het gewoon de mystiek is van een degelijk vooroorlogs heilsvisioen, dat dringt niet tot hem door. Evenmin, dat mijn jonge eenzame, ver van zijn Moeder verwijderde Soldaat het symbool (of eventueel een allegorie) is van de verdwaalde, in de ketenen der zonde gekluisterde mens, die uit de Duisternis de grote Middelares aanroept: Salve Regina, Mater Misericordiae ('Wees gegroet, o Koningin, Moeder van Barmhartigheid'). Vandaar dat ze nooit door beeldende kunst, een toneelstuk, een boek of een film echt ontroerd kunnen geraken. Kijk, jij hebt veel gereisd, dus jij twijfelt niet aan de Katholieke Dieren, temeer daar je er zelf een bezeten hebt, die in gezegende ouderdom, midden in het gebed, door Godt tot zich is genomen.
Uit: Gerard Reve - Moedig Voorwaarts. Brieven aan Bert en Netty de Groot 1974-1997. Amsterdam/Antwerpen 2007. Blz. 485-486.
Het is een lieve man, zeer kundig op zijn gebied, maar hij zit nog vol met de klassieke 'linkse' onzin van zijn jeugd, en denkt dat katholieken willoze slaven zijn van zwartberokte uitbuiters en zelf niet mogen denken. Het merkwaardige is dat 'progressieve' mensen zich eigenlijk nergens echt voor interesseren en zich nergens in verdiepen, omdat ze alles al weten. Ze hebben geen wereldbeeld, en kunnen geen enkele idee anders dan letterlijk begrijpen. Mijn verering voor katholieke dieren vindt hij alleen maar dol komisch. Dat het gewoon de mystiek is van een degelijk vooroorlogs heilsvisioen, dat dringt niet tot hem door. Evenmin, dat mijn jonge eenzame, ver van zijn Moeder verwijderde Soldaat het symbool (of eventueel een allegorie) is van de verdwaalde, in de ketenen der zonde gekluisterde mens, die uit de Duisternis de grote Middelares aanroept: Salve Regina, Mater Misericordiae ('Wees gegroet, o Koningin, Moeder van Barmhartigheid'). Vandaar dat ze nooit door beeldende kunst, een toneelstuk, een boek of een film echt ontroerd kunnen geraken. Kijk, jij hebt veel gereisd, dus jij twijfelt niet aan de Katholieke Dieren, temeer daar je er zelf een bezeten hebt, die in gezegende ouderdom, midden in het gebed, door Godt tot zich is genomen.
Uit: Gerard Reve - Moedig Voorwaarts. Brieven aan Bert en Netty de Groot 1974-1997. Amsterdam/Antwerpen 2007. Blz. 485-486.
woensdag 9 december 2009
Een avondje AVRO
Ik koester al jaren een onschuldig, maar diep verlangen lid te worden van de AVRO. De leukste avondjes thuis zijn toch die met Nelleke van der Krogt in Tussen kunst en kitsch, Frits Sissing in Op zoek naar Mary Poppins of Sipke Jan Bousema in Opsporing verzocht. Geen progressief-culturele moeilijkdoenerij, maar beschaafd amusement en degelijke culturele programma's, zonder een chaotische interviewer in een veel te druk overhemd. De vraag is wel: wanneer keren Tineke de Groot en Rolf Wouters, die je rustig de verpersoonlijking van de AVRO-vrouw en -man kunt noemen, weer terug op de buis? Mocht dat gebeuren, dan gaat die vervelende VPRO-gids de deur uit.
P.S. Een echt AVRO-lid ontvangt natuurlijk de AVRO-bode en niet de Televizier-gids.
zaterdag 5 december 2009
Schalenbau
Dankzij een tentoonstelling in de Haagse galerie gemak kwam ik op het spoor van de Schalenbau van de DDR-architekt Ulrich Müther (1934-2007). Na de val van de Muur waren veel van zijn gebouwen in verval geraakt en begon hij enkele te saneren. Het beroemde restaurant 'Ahornblatt' in Berlijn werd echter, ondanks de status van beschermd monument, afgebroken en vervangen door een gebouw dat je in elke stad ter wereld zou kunnen tegenkomen. Wat nog fier overeind staat is bijvoorbeeld het strandwachtershuisje in Binz (zie foto) en de 'Teepott' in Warnemünde, dat door een investeerder voor 7,5 miljoen euro werd gesaneerd. Minder goed is het gesteld met het 'Inselparadies' op Rügen: www.rieder.cc/typo3temp/pics/f449867eef.jpg.
Müther kwam zelf uit Binz (op Rügen) en bouwde graag aan de Oostzeekust. Een boek over zijn bijzondere creaties in deze streek won onlangs de Architekturbuchpreis 2009 (www.ulrichmuether.com). Misschien is dat een aanleiding om haast te maken met het saneren van meer nooddurftige Schalenbauten en te stoppen met het afbreken van onvervangbaar cultureel erfgoed uit de jaren '50, '60 en '70.
Wie stout is de roe
De éminences grises van de partij (Vonhoff, Korthals Altes, Bolkestein) schamen zich ongetwijfeld kapot voor deze sinterklazerige poging zo flink te zijn als mw. Verdonk.
donderdag 3 december 2009
Opgediept
Toen ik nog in Groningen studeerde verzorgde ik voor het literaire studententijdschrift Literatief een rubriek onder de titel 'Opgediept', waarin vergeten boeken door liefhebbers van het stof werden ontdaan.
Vandaag heb ik zelf weer eens zo'n boek opgediept. Het gaat om The art of story-telling van de mediëviste Mia I. Gerhardt (de zus-van), een in 1963 in Leiden bij uitgeverij Brill verschenen studie over Duizend-en-één-nacht. Ik heb er nog geen letter in gelezen, maar vind het nu al een heerlijk boek.
Overzichtelijk en systematisch gaat Mia Gerhardt in op de ontstaansgeschiedenis van het boek, de verschillende uitgaven tot dan toe, de verschillende soorten verhalen en hun oorsprong, diverse thema's die aangesneden worden, de structuur van het gehele werk, etc. etc. Met als hoogtepunt een uitgebreid hoofdstuk over de sprookjes in Duizend-en-één-nacht.
Het boek is antiquarisch niet verkrijgbaar (nieuw al helemaal niet), maar gelukkig hebben ze in de Koninklijke bibliotheek de meest geweldige uitgaven. Ze hebben zelfs een brief van Ida Gerhardt aan Gerard Reve, maar die mag je natuurlijk alleen inzien. Dat ga ik binnenkort maar eens doen.
Vandaag heb ik zelf weer eens zo'n boek opgediept. Het gaat om The art of story-telling van de mediëviste Mia I. Gerhardt (de zus-van), een in 1963 in Leiden bij uitgeverij Brill verschenen studie over Duizend-en-één-nacht. Ik heb er nog geen letter in gelezen, maar vind het nu al een heerlijk boek.
Overzichtelijk en systematisch gaat Mia Gerhardt in op de ontstaansgeschiedenis van het boek, de verschillende uitgaven tot dan toe, de verschillende soorten verhalen en hun oorsprong, diverse thema's die aangesneden worden, de structuur van het gehele werk, etc. etc. Met als hoogtepunt een uitgebreid hoofdstuk over de sprookjes in Duizend-en-één-nacht.
Het boek is antiquarisch niet verkrijgbaar (nieuw al helemaal niet), maar gelukkig hebben ze in de Koninklijke bibliotheek de meest geweldige uitgaven. Ze hebben zelfs een brief van Ida Gerhardt aan Gerard Reve, maar die mag je natuurlijk alleen inzien. Dat ga ik binnenkort maar eens doen.
zondag 22 november 2009
Nog een paddestoelengedicht
Jan Wagner - champignons
wir trafen sie im wald auf einer lichtung:
zwei expeditionen durch die dämmerung
die sich stumm betrachteten. zwischen uns nervös
das telegraphensummen des stechmückenschwarms.
meine großmutter war berühmt für ihr rezept
der champignons farcis. sie schloß es in
ihr grab. alles was gut ist, sagte sie,
füllt man mit wenig mehr als mit sich selbst.
später in der küche hielten wir
die pilze ans ohr und drehten an den stielen -
wartend auf das leise knacken im innern,
suchend nach der richtigen kombination.
wir trafen sie im wald auf einer lichtung:
zwei expeditionen durch die dämmerung
die sich stumm betrachteten. zwischen uns nervös
das telegraphensummen des stechmückenschwarms.
meine großmutter war berühmt für ihr rezept
der champignons farcis. sie schloß es in
ihr grab. alles was gut ist, sagte sie,
füllt man mit wenig mehr als mit sich selbst.
später in der küche hielten wir
die pilze ans ohr und drehten an den stielen -
wartend auf das leise knacken im innern,
suchend nach der richtigen kombination.
woensdag 4 november 2009
Herfstgedicht, hoewel het winter is
Miriam Van hee - Paddestoelen
1
Het zijn oortjes van vlees
waar de aarde mee luistert
naar de muziek van het woud
over stilte, oneindigheid
of hoe het is als de vogels
vertrokken zijn
ze groeien als niemand het ziet
vroeg in de ochtend of ’s nachts
onder kastanjes, beuken,
in zachte bedden van heide
en mos, op plekken waar tussen
de bomen het zonlicht
kan doordringen tot in het gras
en dat hangt weer af
van de wind, want hij is het
toch die de bladeren schudt
en de wolken uiteendrijft
wanneer het hem zint
2
en je kunt wel zeggen : dit
is de plek, hier is het licht
aan het duister gewaagd, dit
is de helling waar dagen geleden
wij liepen met onze geurige
kwetsbare vracht
maar ze zijn er nu niet, dus
moet iemand anders ons voor
zijn geweest, die anderen
altijd, het maakt ons wat
zwijgzamer, trager, alsof wij plots
tegen de wind in lopen
zo komen wij aan zoals
wij vertrokken, met lege handen
en als wij omkijken zien wij
een grote, versluierde maar
welgevallige maandag
die haar baan om de aarde begint
en wij vatten moed
Opmerkingen:
1. In het Haagse bos geurt het nu heerlijk naar paddestoelen. Binnenkort maar weer eens paddestoelensoep maken (maar niet uit het bos).
2. Ik zie nu pas - of weer; ik heb het als kind geloof ik al geweten - dat een paddestoel een stoel is waarop een pad kan gaan zitten. Of is het een stoel aan de rand van een pad? Het eerste klinkt sprookjesachtiger.
3. Ik vond dit gedicht terug op het weblog van Herman van Rompuy, die kandidaat is om de eerste president van Europa te worden. Een president die poëzie leest lijkt me geen slechte keuze. Beter dan eentje die van raceauto's houdt.
4. Binnenkort nog een gedicht over paddestoelen.
1
Het zijn oortjes van vlees
waar de aarde mee luistert
naar de muziek van het woud
over stilte, oneindigheid
of hoe het is als de vogels
vertrokken zijn
ze groeien als niemand het ziet
vroeg in de ochtend of ’s nachts
onder kastanjes, beuken,
in zachte bedden van heide
en mos, op plekken waar tussen
de bomen het zonlicht
kan doordringen tot in het gras
en dat hangt weer af
van de wind, want hij is het
toch die de bladeren schudt
en de wolken uiteendrijft
wanneer het hem zint
2
en je kunt wel zeggen : dit
is de plek, hier is het licht
aan het duister gewaagd, dit
is de helling waar dagen geleden
wij liepen met onze geurige
kwetsbare vracht
maar ze zijn er nu niet, dus
moet iemand anders ons voor
zijn geweest, die anderen
altijd, het maakt ons wat
zwijgzamer, trager, alsof wij plots
tegen de wind in lopen
zo komen wij aan zoals
wij vertrokken, met lege handen
en als wij omkijken zien wij
een grote, versluierde maar
welgevallige maandag
die haar baan om de aarde begint
en wij vatten moed
Opmerkingen:
1. In het Haagse bos geurt het nu heerlijk naar paddestoelen. Binnenkort maar weer eens paddestoelensoep maken (maar niet uit het bos).
2. Ik zie nu pas - of weer; ik heb het als kind geloof ik al geweten - dat een paddestoel een stoel is waarop een pad kan gaan zitten. Of is het een stoel aan de rand van een pad? Het eerste klinkt sprookjesachtiger.
3. Ik vond dit gedicht terug op het weblog van Herman van Rompuy, die kandidaat is om de eerste president van Europa te worden. Een president die poëzie leest lijkt me geen slechte keuze. Beter dan eentje die van raceauto's houdt.
4. Binnenkort nog een gedicht over paddestoelen.
(Op de foto: paddestoelen in Barvaux-sur-Ourthe, België)
dinsdag 25 augustus 2009
Leben in Berlin
Omdat ik mij tijdens mijn lange zomervakantie na een paar weken verveel, heb ik dit jaar deelgenomen aan een weekcursus van het Goethe-Institut met de titel 'Leben in Berlin'. Het eigenlijke thema van de week was 'multicultureel Berlijn', maar volgens de directrice van het Goethe-Institut is de term 'multicultureel' achterhaald, omdat de moderne mens niet door zijn culturele achtergrond bepaald wordt, maar veeleer uit diverse identiteiten bestaat.
Behalve het Goethe-Institut is ook de EU een groot stimulator van dit soort uitwisselingen. Het is een enorme verrijking om een week als enige Nederlander in een internationaal gezelschap te kunnen functioneren en te merken dat je niet zozeer Nederlander bent als wel (West-)Europeaan en dat de verschillen met de Oost-Europeanen steeds kleiner worden. Na deze cursusweek schaam ik mij er dan ook voor bij de Europese Verkiezingen niet ronduit voor een pro-Europese partij gekozen te hebben.
dinsdag 18 augustus 2009
Boombeschrijving
Bomen zijn werkelijk.
Hun bladeren praten werkelijk
met woorden veelzeggend en letterloos.
Hun toppen zingen.
Hun stammen zwijgen
hoorbaar.
Hun wortels houden
van de aarde.
Bij een boom
staande moet ik wel
ademen als een boom.
Naar een boom
ziende zie ik
hemel en aarde in elkanders
armen.
Want een boom,
een boom is een bruiloft
- Hans Andreus
(Commentaar van Trouw bij het verschijnen van 'Dialoog met de natuur': "Als Irene niet goed wijs is, zijn talloze dichters dat ook niet")
Hun bladeren praten werkelijk
met woorden veelzeggend en letterloos.
Hun toppen zingen.
Hun stammen zwijgen
hoorbaar.
Hun wortels houden
van de aarde.
Bij een boom
staande moet ik wel
ademen als een boom.
Naar een boom
ziende zie ik
hemel en aarde in elkanders
armen.
Want een boom,
een boom is een bruiloft
- Hans Andreus
(Commentaar van Trouw bij het verschijnen van 'Dialoog met de natuur': "Als Irene niet goed wijs is, zijn talloze dichters dat ook niet")
donderdag 30 juli 2009
Zijn arme mensen slecht?
Ik fietste zojuist naar een kringloopwinkel in de Haagse wijk Mariahoeve om wat oude spullen af te geven. Het was een fietstochtje van minder dan 10 minuten. Desalniettemin kwam ik binnen dit tijdsbestek in een geheel andere wereld terecht, namelijk één van:
* ongewassen mensen
* onverzorgde mensen
* onduidelijk pratende mensen
* ongemanierde mensen
die temidden van de grootst mogelijke rotzooi, die zo snel mogelijk in zijn geheel verbrand zou moeten worden, op zoek waren naar iets van hun gading.
Zijn deze mensen zo, omdat ze arm zijn? Of zijn ze arm, omdat ze zo zijn? (Gerard Reve zei ooit: "Arme mensen zijn slecht, anders zouden ze niet arm zijn".)
Wat is er misgegaan met het verheffingsideaal van het socialisme? Hoe groot is de kans dat iemand uit die berg rotzooi één van mijn afgedankte boeken plukt en door het lezen van Pierre Kemp een beter mens wordt?
* ongewassen mensen
* onverzorgde mensen
* onduidelijk pratende mensen
* ongemanierde mensen
die temidden van de grootst mogelijke rotzooi, die zo snel mogelijk in zijn geheel verbrand zou moeten worden, op zoek waren naar iets van hun gading.
Zijn deze mensen zo, omdat ze arm zijn? Of zijn ze arm, omdat ze zo zijn? (Gerard Reve zei ooit: "Arme mensen zijn slecht, anders zouden ze niet arm zijn".)
Wat is er misgegaan met het verheffingsideaal van het socialisme? Hoe groot is de kans dat iemand uit die berg rotzooi één van mijn afgedankte boeken plukt en door het lezen van Pierre Kemp een beter mens wordt?
woensdag 29 juli 2009
Luuk houdt wel van een stukje vlees
Dit is Luuk Blom. Hij is kamerlid voor de Partij van de Arbeid sinds 2003. Dankzij dagblad De Pers (28 juli 2009) ben ik sinds gisteren op de hoogte van één van Bloms weinig verheffende bijdragen aan een kamerdebat:
U moet mij niet kwalijk nemen dat ik geen idee heb wat de relatie is tussen de intensieve veehouderij en ontbossing ik weet niet waar. Ik weet het gewoon niet.
Gelukkig wist minister van Landbouw Gerda Verburg het wel: "Als dierlijke eiwitten in ons voedselpakket zouden worden vervangen door plantaardige eiwitten, zou de milieudruk dalen." Waarop Verburg vervolgens een voedingsnota opstelde waarin ernaar gestreefd wordt dat Nederland koploper wordt op het gebied van duurzaam voedsel. Bovendien verscheen een maand geleden een persbericht van de ministers van Landbouw, Milieu en Ontwikkelingssamenwerking waarin staat: "Productie van zuivel en vlees legt een grote druk op het milieu, ongebreidelde groei zou grote gevolgen hebben voor het mondiale ecologische systeem. [...] Het kabinet vindt het zo'n urgent probleem, dat het is benoemd tot kabinetsprioriteit".
Luuk Blom maakt zich vooral zorgen over de prijs van zijn gehaktballetje: "Een beetje zeuren over een stukje vlees op je bord, symboolpolitiek. China zo ver krijgen minder kolencentrales te bouwen, daar gaat het om." Een reactie die je van een volksvertegenwoordiger van GroenLinks of D66 nooit zou krijgen. Gelukkig zijn er steeds meer mensen die bewust consumeren. Zij weten dankzij dhr. Blom dat ze niet op de PvdA moeten stemmen.
donderdag 23 juli 2009
Rimbaud
Zo'n twee weken geleden was ik in Charleville, een kleine stad in de Franse Ardennen, vooral bekend als geboorteplaats van de 19e eeuwse dichter Arthur Rimbaud. De toeristische attracties van Charleville beperken zich tot een prachtig museum (oorspronkelijk een watermolen, zie foto), vrijwel geheel gewijd aan Rimbaud, het schuin tegenover het museum gelegen huis waar hij tot zijn 6e woonde, zijn graf en het 17e eeuwse quadratisch-symmetrische Place Ducal, misschien wel één van de mooiste pleinen ter wereld.
Het ironische van Charlevilles eerbetoon aan Rimbaud is dat de jonggestorven dichter een pesthekel had aan de provincieplaats waar hij werd geboren. Vanaf zijn 16e doet hij pogingen het stadje de rug toe te keren, iets dat hem een jaar later, in 1871, lukt. Opmerkelijk is dat Rimbaud, die geldt als één van de belangrijkste vernieuwers in de poëziegeschiedenis, al zijn werk van zijn 15e tot en met 20e jaar schreef. Daarna is hij gaan reizen, onder andere naar Indonesië en Cyprus. In 1880 vestigde hij zich in Aden (tegenwoordig gelegen in Jemen), waar hij werkte als handelaar in wapens en koffie. Hij stierf in 1891 in een ziekenhuis in Marseille aan kanker. De diagnose werd pas na zijn dood gesteld.
In het Musée Rimbaud zijn er allerlei parafernalia te bewonderen, zoals cijferlijsten waaruit blijkt dat Rimbaud een uitmuntend scholier was, originele brieven, maar ook zijn horloge en reiskoffer. Alle informatie is uiteraard in het Frans en niet in een andere taal verkrijgbaar, wat maar weer bewijst dat het geen kwaad kan om enige basale kennis van het Frans te hebben. Voor de nodige verdieping lees ik op dit moment een biografie over Rimbaud van Edmund White uit 2008, getiteld: Rimbaud: The Double Life of a Rebel. Ik hoop dat dit boek de vraag zal beantwoorden die mij al zo lang fascineert: wat heeft er toe geleid dat Rimbaud het literaire leven vaarwel zegde en met het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) naar Indië voer, om vervolgens zestien jaar in het buitenland te verblijven? Waarom wilde hij Frankrijk net zo graag achter zich laten als eerder Charleville? Of, om het in de woorden van de Nederlandse dichter Jan Emmens te zeggen: "Hoe komt wie vliegt ooit tot bedaren / En wie niet vliegt ooit van zijn plaats?"
Jellema ontdekken (4)
Foto van de oude pastorie van Beilen
De thee
werd altijd onder die plataan gedronken;
de beuk ernaast bewaart nog onze naam.
't Was altijd zomer, altijd zongen
de vogels, liet door het keukenraam
de meid haar blijde psalmen
galmen,
de knappe tuinknecht floot ze mee.
Momentopname van een degelijk gezin:
mijn vader die de krant leest, ging gauw dood;
mijn moeder lijkt maar zo groot,
ze schonk de thee altijd wat slordig in.
'Maar in het tuinpad is iets plotseling gaan rennen,
iets wits, en bij een groepje groene dennen
diep in de tuin verdwijnt het om een bocht.
Als ik nu opstond om het in te halen,
de sloot over, het korenveld in, 'k zou verdwalen
en dadelijk vergeten wat ik zocht.'
De thee
werd altijd onder die plataan gedronken;
de beuk ernaast bewaart nog onze naam.
't Was altijd zomer, altijd zongen
de vogels, liet door het keukenraam
de meid haar blijde psalmen
galmen,
de knappe tuinknecht floot ze mee.
Momentopname van een degelijk gezin:
mijn vader die de krant leest, ging gauw dood;
mijn moeder lijkt maar zo groot,
ze schonk de thee altijd wat slordig in.
'Maar in het tuinpad is iets plotseling gaan rennen,
iets wits, en bij een groepje groene dennen
diep in de tuin verdwijnt het om een bocht.
Als ik nu opstond om het in te halen,
de sloot over, het korenveld in, 'k zou verdwalen
en dadelijk vergeten wat ik zocht.'
woensdag 15 juli 2009
Sophie's choice
Tijdens een weekje in de Ardennen las ik William Styrons 'Sophie's choice' (1979). Na de film 8x gezien te hebben werd het eens tijd voor het boek. Hoewel onmiskenbaar een pageturner, bekroop me bij het lezen van dit boek een ongemakkelijk gevoel. De belangrijkste verhaallijn in één zin: De Poolse Sophie is een overlevende van Auschwitz en probeert na de oorlog in New York een nieuw leven op te bouwen. Het ongemak schuilt niet in de masochistische relatie die ze heeft met de joodse Amerikaan Nathan of in de beschrijving van Sophie's opportunistische wezen voor, tijdens en na het kamp. Onplezierig wordt het pas als de indruk ontstaat dat de kampbelevenissen zo dik mogelijk worden aangezet uit sensatiezucht. Daarnaast is het bij sommige passages zeer onwaarschijnlijk dat die zich ooit op die manier of op een vergelijkbare manier hebben voorgedaan. Hierdoor krijgt dit boek van William Styron, ondanks dat het in 1980 de National Book Award heeft gewonnen, voor mij iets goedkoops.
PS Inmiddels na jaren de film weer eens gezien. Blijft een goede verfilming, vanwege het weglaten van de al te straffe verhaallijnen uit het boek, maar vooral vanwege de typecasting (ook in kleinere rollen als die van Yetta Zimmerman en Morris Fink). De actrice die de glansrol van Leslie Lapidus speelt ("Leslie Lapidus could say the word fuck, but she couldn't do it") heeft het bij deze ene rol gehouden.
woensdag 24 juni 2009
Un jour tu verras
Un jour tu verras
On se rencontrera
Quelque part, n'importe où
Guidés par le hasard
Nous nous regarderons
Et nous nous sourirons
Et la main dans la main
Par les rues nous irons
Le temps passe si vite
Le soir cachera bien
Nos cœurs, ces deux voleurs
Qui cachent leurs bonheurs
Puis nous arriverons
Sur une place grise
Où les pavés seront doux
A nos âmes grises
Il y aura un bal
Très pauvre et tres banal
Sous un ciel plein de brume
Et de mélancolie
Un aveugle jouera
De l'orgue de barbarie
Cet air pour nous sera
Le plus beau, le plus joli
Puis je t'inviterai
Ta taille je prendrai
Nous danserons tranquille
Loin des gens de la ville
Nous danserons l'amour
Les yeux au fond des yeux
Vers une fin du monde
Vers une nuit profonde
Un jour tu verras
On se rencontrera
Quelque part, n'importe où
Guidés par le hasard
Nous nous regarderons
Et nous nous sourirons
Et la main dans la main
Par les rues nous irons
Een prachtig chanson van Mouloudji, maar nog mooier vertolkt door Ischa Meijer en zijn Izzies.
donderdag 18 juni 2009
Wall of madness
Eén van de 'schillerndste' figuren in de muziek-geschiedenis is ongetwijfeld producer Phil Spector, bekend geworden door zijn 'wall of sound'.
Een paar weken geleden zag ik een documentaire over hem waarin hij commentaar gaf op zijn werk en de mensen met wie hij samenwerkte. Tussendoor zag je het verloop van een proces waarin hij er van verdacht werd de actrice Lana Clarkson vermoord te hebben. Tijdens dit proces droeg hij ondermeer de op de foto afgebeelde pruik (hij lijkt hier op een oud-studiegenoot van mij).
Spector toonde zich in de documentaire een fascinerende, intelligente, aimabele man. Op de dag van uitzending werd hij desalniettemin veroordeeld voor de moord op Clarkson. Twee weken later verscheen in de media een foto van Spector zonder pruik. Het lijkt het portret van een gevaarlijke gek (de foto is vreemd genoeg niet meer op internet te vinden). Een man die ooit geniaal was, toen geen succes meer had en op zijn 68e een gevangenisstraf van 18 jaar moet uitzitten nadat hij een doodongelukkige B-actrice heeft vermoord. Veel treuriger moet het niet worden.
Een greep uit de klassieke songs die Phil Spector heeft geproduceerd: To know him is to love him (The Teddy Bears), Spanish Harlem (Ben E. King), Be my baby (The Ronettes), You've lost that lovin' feelin' en Unchained melody (The Righteous Brothers), River deep, mountain high (Ike en Tina Turner), Across the universe, The long and winding road en Let it be (The Beatles), My sweet Lord (George Harrison), Instant karma, Imagine en Happy Xmas (War is over) (John Lennon).
Een mooi voorbeeld van de nadagen van Phil Spectors succes is John Lennon die (al in 1973) 'Be my baby' van The Ronettes zingt (http://www.youtube.com/watch?v=V-6qGqFtHeY). Het is geniaal, maar de waanzin is al goed hoorbaar.
Een paar weken geleden zag ik een documentaire over hem waarin hij commentaar gaf op zijn werk en de mensen met wie hij samenwerkte. Tussendoor zag je het verloop van een proces waarin hij er van verdacht werd de actrice Lana Clarkson vermoord te hebben. Tijdens dit proces droeg hij ondermeer de op de foto afgebeelde pruik (hij lijkt hier op een oud-studiegenoot van mij).
Spector toonde zich in de documentaire een fascinerende, intelligente, aimabele man. Op de dag van uitzending werd hij desalniettemin veroordeeld voor de moord op Clarkson. Twee weken later verscheen in de media een foto van Spector zonder pruik. Het lijkt het portret van een gevaarlijke gek (de foto is vreemd genoeg niet meer op internet te vinden). Een man die ooit geniaal was, toen geen succes meer had en op zijn 68e een gevangenisstraf van 18 jaar moet uitzitten nadat hij een doodongelukkige B-actrice heeft vermoord. Veel treuriger moet het niet worden.
Een greep uit de klassieke songs die Phil Spector heeft geproduceerd: To know him is to love him (The Teddy Bears), Spanish Harlem (Ben E. King), Be my baby (The Ronettes), You've lost that lovin' feelin' en Unchained melody (The Righteous Brothers), River deep, mountain high (Ike en Tina Turner), Across the universe, The long and winding road en Let it be (The Beatles), My sweet Lord (George Harrison), Instant karma, Imagine en Happy Xmas (War is over) (John Lennon).
Een mooi voorbeeld van de nadagen van Phil Spectors succes is John Lennon die (al in 1973) 'Be my baby' van The Ronettes zingt (http://www.youtube.com/watch?v=V-6qGqFtHeY). Het is geniaal, maar de waanzin is al goed hoorbaar.
woensdag 10 juni 2009
Groene politiek
In 1994 stond ik in het Zoetermeerse Stadshart achter een verkiezingsstandje van GroenLinks naast bovenstaande poster. Gelukkig kun je op internet alles terugvinden, dus ook deze wereldvreemde poging om stemmen te vergaren. Ik stond bij dat standje, keek naar de poster en dacht: iets klopt hier niet aan. Maar omdat ik me per se politiek wilde engageren probeerde ik me in het GroenLinkse standpunt te verplaatsen.
Inmiddels is het 2009 en stem ik al weer een jaar of zeven niet meer op GroenLinks, omdat er in de praktijk van de groene idealen niet zoveel terechtkomt. Op lokaal niveau was GroenLinks er de afgelopen jaren altijd als de kippen bij om een natuurgebied vol te bouwen. Dit geheel in de geest van de verkiezingsposter van 1994. Voorbeelden van plekken waar met medewerking van GroenLinks groen moet wijken voor bebouwing zijn ondermeer de Oostvlietpolder in Leiden, de Overveerpolder in Oegstgeest, de ecologische boerderij De Boterbloem in Amsterdam-Osdorp en de IJsseloever bij Zutphen.
Aan prinses Irene werd vanavond in het programma 'Nova college tour' de vraag gesteld, welke politieke partij het meeste bij haar streven naar een duurzame wereld aansloot. Zij kon naar waarheid antwoorden: 'Geen enkele'.
zaterdag 30 mei 2009
Arcadia
Eén van de meest wonderlijke poëziebundels in de Nederlandse literatuur is Arcadia (1968), het debuut van de toen 24-jarige Kees Ouwens. Ouwens werd later bekend als schrijver van hermetische gedichten en romans, maar zijn eersteling is een wonder van eenvoud. Hij schrijft over boodschappen doen, over zijn moeder die bij de kachel zit, over je handen wassen als je naar de wc bent gegaan, over baby-zijn, maar vooral over masturbatie in de vrije natuur.
Uit de gedichten waarin gemasturbeerd wordt valt af te leiden dat de ik-persoon tijdens deze handeling steeds een moederfiguur voor zich ziet die hij probeert te ontvluchten. Het zou interessant zijn deze bundel op een literatuurwetenschappelijke en tegelijkertijd psychoanalytische wijze te interpreteren. Wat bijvoorbeeld te denken van het onderstaande vers?
De mollige moeder
Schuilend onder het loof van een rode beuk
trok ik mij af.
Toen trok ik op de fiets naar buiten,
op weg naar de warme velden.
Wanneer ik de ogen sloot, zag ik haar,
de naakte vrouw.
O, zij was alomtegenwoordig,
de mollige moeder met de pipse billen.
Achter het wrak van een roestende auto
trok ik mij nogmaals af en nogmaals.
Toen vervolgde ik opnieuw mijn weg
en ik kwam hier en ik kwam daar.
Maar overal was zij mij al voor geweest.
Opmerkelijk is de overeenkomst tussen deze dichtbundel van Kees Ouwens en de poëzie van Gerard Reve, vooral in Ouwens' gedicht Onder het lamplicht, waarin de ik-figuur geboren is uit een maagd, wier stem hij hoort en in wier opdracht hij zich in het geheim aftrekt. Het lijkt erop dat hij ook gemeenschap met haar heeft ("Achter mij is de duisternis, maar nu / ben ik in u, o, maagd.") In één van Gerard Reves romans ontbloot de hoofdpersoon zich voor een mariabeeld en brengt haar een offer in de vorm van een ejaculatie.
Voor wie het voorheen beschrevene allemaal iets te ver gaat: er staan in Arcadia ook enkele gedichten, waarin het thema masturbatie geen rol speelt, bijvoorbeeld dit (hoewel de titel in eerste instantie anders doet vermoeden):
Uit verveling
Iedereen weet, dat ik lieg, wanneer ik zeg:
ik gebruikte haar gezicht als hoofdkussen.
Maar toch, wanneer ik mij bevind in een streek van
veeteelt en het is nacht en boven de sloten
hangt een lichte mist, terwijl
de maan schijnt en het tamelijk koud is,
zie ik haar voor me.
Maar ik weet niet, wie of waar zij is.
Ik weet het nog steeds niet.
En iedereen beseft, dat ik ook dit weer schreef uit verveling
en dat alles gelogen is, behalve, dat het
inderdaad nacht is en dat die plek
bestaat, met oude loofbomen en verwilderd
gras, waar ik haar eens ontmoeten zal.
Uit de gedichten waarin gemasturbeerd wordt valt af te leiden dat de ik-persoon tijdens deze handeling steeds een moederfiguur voor zich ziet die hij probeert te ontvluchten. Het zou interessant zijn deze bundel op een literatuurwetenschappelijke en tegelijkertijd psychoanalytische wijze te interpreteren. Wat bijvoorbeeld te denken van het onderstaande vers?
De mollige moeder
Schuilend onder het loof van een rode beuk
trok ik mij af.
Toen trok ik op de fiets naar buiten,
op weg naar de warme velden.
Wanneer ik de ogen sloot, zag ik haar,
de naakte vrouw.
O, zij was alomtegenwoordig,
de mollige moeder met de pipse billen.
Achter het wrak van een roestende auto
trok ik mij nogmaals af en nogmaals.
Toen vervolgde ik opnieuw mijn weg
en ik kwam hier en ik kwam daar.
Maar overal was zij mij al voor geweest.
Opmerkelijk is de overeenkomst tussen deze dichtbundel van Kees Ouwens en de poëzie van Gerard Reve, vooral in Ouwens' gedicht Onder het lamplicht, waarin de ik-figuur geboren is uit een maagd, wier stem hij hoort en in wier opdracht hij zich in het geheim aftrekt. Het lijkt erop dat hij ook gemeenschap met haar heeft ("Achter mij is de duisternis, maar nu / ben ik in u, o, maagd.") In één van Gerard Reves romans ontbloot de hoofdpersoon zich voor een mariabeeld en brengt haar een offer in de vorm van een ejaculatie.
Voor wie het voorheen beschrevene allemaal iets te ver gaat: er staan in Arcadia ook enkele gedichten, waarin het thema masturbatie geen rol speelt, bijvoorbeeld dit (hoewel de titel in eerste instantie anders doet vermoeden):
Uit verveling
Iedereen weet, dat ik lieg, wanneer ik zeg:
ik gebruikte haar gezicht als hoofdkussen.
Maar toch, wanneer ik mij bevind in een streek van
veeteelt en het is nacht en boven de sloten
hangt een lichte mist, terwijl
de maan schijnt en het tamelijk koud is,
zie ik haar voor me.
Maar ik weet niet, wie of waar zij is.
Ik weet het nog steeds niet.
En iedereen beseft, dat ik ook dit weer schreef uit verveling
en dat alles gelogen is, behalve, dat het
inderdaad nacht is en dat die plek
bestaat, met oude loofbomen en verwilderd
gras, waar ik haar eens ontmoeten zal.
vrijdag 29 mei 2009
Kan die man weg?
Iedereen bij de VVD weet het al sinds zijn aanblijven na de verloren verkiezingen van 2007: Mark Rutte is niet de man die zijn partij uit het moeras gaat trekken. Het wachten is op een moment om hem te onthoofden. Dat moment is nu, na zijn proefballonnetje over het recht de holocaust te ontkennen, gekomen. Alleen moeten eerst wel de Europese verkiezingen voorbij zijn.
zondag 10 mei 2009
Reve und kein Ende
(Voor boekhandel Blokker te Heemstede: docenten aan College Hageveld schrijven over hun favoriete boek/auteur)
Mijn liefde voor Gerard Reve begon in mijn puberteit. Het was mijn toenmalige leraar Nederlands die mij met zijn werk in aanraking bracht. Later heb ik mij weleens afgevraagd, en ik vraag het mij nu weer af, of het pedagogisch verantwoord is om een adolescent een schrijver als Reve aan te raden. Veel pubers zijn geneigd om zonder distantie te lezen en zoeken in literaire teksten naar de mogelijkheid tot identificatie. Is Gerard Reve echter het ideale rolmodel? Voor mij werd hij, op 15-jarige leeftijd, een literaire God.
Dat begon met de foto op de omslag van het eerste boek dat ik van Reve las: Brieven van een aardappeleter (1993). Reve, in pak met stropdas, neemt hierop een ietwat spottende pose in, met een licht wrede trek op zijn gezicht. Hoewel bijna 70, onmiskenbaar een knappe, intrigerende man. In de komende jaren zou ik het ene boek na het andere van hem verslinden; sommige boeken las ik twee keer binnen één jaar.
Reve heeft de puber dan ook wel iets te bieden. Zijn niet alle pubers in wezen romantici? Reve schrijft over het verlangen naar liefde en seksualiteit, een verlangen dat niet wordt vervuld. Hij schrijft over eenzaamheid, die daar het gevolg van is. En hij schrijft, wat ik pas later ben gaan begrijpen, vanuit een symbolisch wereldbeeld (het katholicisme), dat haaks staat op het materialistische wereldbeeld van zijn jeugd (het communisme).
Wat Reve voor mij tot de grootste Nederlandse schrijver maakt, is de persoonlijke inzet die zijn boeken kenmerkt. Reve is een schrijver die je, als je er hetzelfde levensgevoel op na houdt, niet onberoerd laat. Ook kan ik steeds opnieuw enorm genieten van zijn polemieken tegen bijvoorbeeld de stad Amsterdam, tegen het ‘zorgeloze kunstenaarsvolkje’ dat die stad bevolkt en tegen de morele gelijkhebberigheid van het socialisme. Maar vóór het kapitalisme en de monarchie.
Bij Reve valt ook bijzonder veel te lachen, bijvoorbeeld om de drankzuchtige dichter Hugo Treger in Bezorgde ouders (1988), die bij het grofvuil een teddybeer vindt, die hij niet kan laten liggen omdat dat zonde is, maar eenmaal mee naar huis genomen, van een anti-katholieke samenzwering verdenkt en die daarom gekneveld moet worden en weggestopt onder een roze kinderbadje. Je moet er maar opkomen en het overtuigend op papier kunnen zetten.
Er zijn vele boeken die geschikt zijn als inleiding tot het werk van Gerard Reve, bijvoorbeeld de door Reve’s levenspartner Joop Schafthuizen samengestelde bloemlezing De laatste jaren van mijn grootvader, die een mooie dwarsdoorsnede biedt van vijftig jaar schrijverschap. Hoofdzaak is dat de grootste schrijver die Nederland in de 20e eeuw heeft voortgebracht, gelezen blijft worden.
Mijn liefde voor Gerard Reve begon in mijn puberteit. Het was mijn toenmalige leraar Nederlands die mij met zijn werk in aanraking bracht. Later heb ik mij weleens afgevraagd, en ik vraag het mij nu weer af, of het pedagogisch verantwoord is om een adolescent een schrijver als Reve aan te raden. Veel pubers zijn geneigd om zonder distantie te lezen en zoeken in literaire teksten naar de mogelijkheid tot identificatie. Is Gerard Reve echter het ideale rolmodel? Voor mij werd hij, op 15-jarige leeftijd, een literaire God.
Dat begon met de foto op de omslag van het eerste boek dat ik van Reve las: Brieven van een aardappeleter (1993). Reve, in pak met stropdas, neemt hierop een ietwat spottende pose in, met een licht wrede trek op zijn gezicht. Hoewel bijna 70, onmiskenbaar een knappe, intrigerende man. In de komende jaren zou ik het ene boek na het andere van hem verslinden; sommige boeken las ik twee keer binnen één jaar.
Reve heeft de puber dan ook wel iets te bieden. Zijn niet alle pubers in wezen romantici? Reve schrijft over het verlangen naar liefde en seksualiteit, een verlangen dat niet wordt vervuld. Hij schrijft over eenzaamheid, die daar het gevolg van is. En hij schrijft, wat ik pas later ben gaan begrijpen, vanuit een symbolisch wereldbeeld (het katholicisme), dat haaks staat op het materialistische wereldbeeld van zijn jeugd (het communisme).
Wat Reve voor mij tot de grootste Nederlandse schrijver maakt, is de persoonlijke inzet die zijn boeken kenmerkt. Reve is een schrijver die je, als je er hetzelfde levensgevoel op na houdt, niet onberoerd laat. Ook kan ik steeds opnieuw enorm genieten van zijn polemieken tegen bijvoorbeeld de stad Amsterdam, tegen het ‘zorgeloze kunstenaarsvolkje’ dat die stad bevolkt en tegen de morele gelijkhebberigheid van het socialisme. Maar vóór het kapitalisme en de monarchie.
Bij Reve valt ook bijzonder veel te lachen, bijvoorbeeld om de drankzuchtige dichter Hugo Treger in Bezorgde ouders (1988), die bij het grofvuil een teddybeer vindt, die hij niet kan laten liggen omdat dat zonde is, maar eenmaal mee naar huis genomen, van een anti-katholieke samenzwering verdenkt en die daarom gekneveld moet worden en weggestopt onder een roze kinderbadje. Je moet er maar opkomen en het overtuigend op papier kunnen zetten.
Er zijn vele boeken die geschikt zijn als inleiding tot het werk van Gerard Reve, bijvoorbeeld de door Reve’s levenspartner Joop Schafthuizen samengestelde bloemlezing De laatste jaren van mijn grootvader, die een mooie dwarsdoorsnede biedt van vijftig jaar schrijverschap. Hoofdzaak is dat de grootste schrijver die Nederland in de 20e eeuw heeft voortgebracht, gelezen blijft worden.
vrijdag 10 april 2009
Verklärte Nacht
Ruim een week geleden was ik in het Concertgebouw, zomaar een concert met muziek van Van Bree, Schumann en Schönberg. De vermaarde cellist Pieter Wispelwey zou spelen. De man is niet voor niets wereldberoemd, want het is ongelooflijk hoe virtuoos hij de cello kan bespelen (soms er bijna op rammen, soms het instrument vrijwel loslaten) en hoe hij zelf volledig in het spelen weet op te gaan. Bij het tweede stuk van Schumann betraden opeens twee pianospelende blonde engelen het podium, in de vorm van de broertjes Lucas en Arthur Jussen. Tot slot van de avond werd 'Verklärte Nacht' gespeeld, waarin niet alleen aan de vrouw, die vóór haar huwelijk zwanger is van een andere man, absolutie leek te worden geschonken, maar aan het gehele publiek. En dit alles op een doodgewone maandagavond.
zaterdag 28 maart 2009
De leukste school van Nederland
Inmiddels is het Radio 538-circus verder getrokken en kunnen we de rekening opmaken. Het heeft aardig wat geld gekost, vooral aan paraplu's in de juiste kleuren en een tokkelbaan. In de school werd reclame gemaakt voor Radio 538 en de Koninklijke Luchtmacht. Toch vermoed ik dat deze organisaties niet aan de kosten hebben bijgedragen. Wat mij betreft hadden we al het geld beter over kunnen maken naar een goed doel.Het gros van de Heemsteedse, Hoofddorpse en Haarlemse jeugd had zich keurig aan de opdracht gehouden en verscheen geheel in het wit gekleed op school. Een minderheid van de docenten verscheen in de kleuren van Radio 538 en een zeer kleine minderheid in de kleuren van de Luchtmacht. Veel docenten distantieerden zich volkomen van het spektakel, waarbij sommige leerlingen zich na een uitwisseling van gedachtes ook wel wat kon voorstellen.Nu is niet iedere leerling bij ons op school 'comfortably numb' door de jarenlange blootstelling aan commercie en consumentisme en hadden er zowaar een paar een spandoek gemaakt, dat vervolgens door andere leerlingen aan stukken werd gescheurd, waarna de demonstranten bij de nek werden gegrepen en afgevoerd. Helaas is het echt zo gebeurd. Ook waren er leerlingen die zich inzetten voor het jaarlijkse ontwikkelingsproject van de school, die er zo voor zorgden dat er nog iets van substantie zat in het filmpje dat van deze dag gemaakt is.
woensdag 25 maart 2009
Radio 538
Morgen komt Radio 538 op bezoek op de school waar ik lesgeef. Wij zijn één van de vijf finalisten die meedingen naar de titel 'Leukste school van Nederland'. Het belooft een enorm spektakel te worden. De leerlingen zijn opgeroepen om allemaal in het wit gekleed naar school te komen, de docenten zijn gevraagd in de kleuren van Radio 538 of in die van de Koninklijke Luchtmacht (kennelijk de hoofdsponsor) te verschijnen. Ondertussen wordt er met honderden paraplu's gezwaaid, kunnen de leerlingen plaatsnemen in een helicoptersimulator en zullen de populairste leraren en de hunk van de school abseilen van de koepel.Veel van mijn collega's zijn hier heel erg tegen, vooral tegen de aanwezigheid van de Luchtmacht, en overwegen op zoek te gaan naar hun gebroken geweertjes, waarschijnlijk in de vorm van een button. Ik weet zelf niet zo goed wat ik van het hele festijn moet vinden. Ik gun de leerlingen hun feestje, maar vind het ook een nogal overdreven commercieel circus. Wat zal ik morgen zeggen, als een radioreporter mij vraagt waarom ik niet in de juiste uitdossing op het feest ben verschenen? Dat we er wat mij betreft naar moeten streven niet de leukste, maar de beste school van Nederland te worden? Binnenkort een verslag van het front.
vrijdag 2 januari 2009
Het boek van het jaar
Ondanks een drukke baan en de afleiding van internet en films en series op dvd, heb ik het afgelopen jaar toch nog tijd gehad om af en toe een boek te lezen.
Enkele hoogtepunten:
Van beroepschagrijn Willem Frederik Hermans las ik Ik heb altijd gelijk (1951) en Nooit meer slapen (1966). De titels intrigeerden me al lang en ik wilde deze boeken gewoon eens gelezen hebben. Hermans' proza is als een hogedrukpan.
Van W.F. Hermans en Gerard Reve samen las ik Verscheur deze brief! Ik vertel veel te veel (2008). Literair voyeurisme. De briefwisseling is interessant tot beide heren ruzie krijgen en Hermans Reve verder volkomen negeert.
Een ander voorbeeld van literair voyeurisme: Doeschka Meijsings roman Over de liefde (2008), over de verbroken relatie tussen de auteur en journaliste Xandra Schutte. Een eerlijk boek over geborgenheid versus eenzaamheid.
Omdat Harry Mulisch op bezoek kwam op de school waar ik lesgeef, besloot ik ondanks mijn aversie tegen zijn persoon toch maar eens een boek van hem te lezen. Dat werd De zaak 40/61 (1962), over het Eichmann-proces in Jeruzalem. De passages waar Mulisch de filosoof uithangt daargelaten is dit een memorabel boek over de rol van het individu in de holocaust. Een boek om te herlezen.
Een mooi boek dat lekker wegleest is Ein perfekter Kellner (2004) van de Zwitser Alain-Claude Sulzer. Qua stijl en thematiek vergelijkbaar met The remains of the day van Kazuo Ishiguro. In het boek van Sulzer beleeft een kelner op jonge leeftijd een liefdesavontuur, waar hij de rest van zijn leven op teert. Jaren later wordt hij weer met de liefde van zijn leven geconfronteerd.
Het opmerkelijkste boek dat ik las: Die Liebhaberinnen (1975) van Elfriede Jelinek. Wat een nare vrouw. Genadeloos, maar met veel humor fileert Jelinek de ambities van twee jonge vrouwen in een Oostenrijks dorpje die zich door het aan de haak slaan van een man willen ontworstelen aan het werken aan de lopende band of als naaister.
Mooiste boek dat ik las: Een revolverschot (1905) van de Vlaamse schrijfster Virginie Loveling. Waarschijnlijk een vergeten schrijfster en een vergeten roman. Ooit bij De Slegte gekocht voor twee euro. Loveling beschrijft het leven van twee zussen die samen in een Vlaams dorpje wonen. Als beide zussen verliefd worden op dezelfde man, heeft één zus het nazien. Met veel gevoel voor psychologie wordt het einde van een harmonische idylle beschreven.
Enkele hoogtepunten:
Van beroepschagrijn Willem Frederik Hermans las ik Ik heb altijd gelijk (1951) en Nooit meer slapen (1966). De titels intrigeerden me al lang en ik wilde deze boeken gewoon eens gelezen hebben. Hermans' proza is als een hogedrukpan.
Van W.F. Hermans en Gerard Reve samen las ik Verscheur deze brief! Ik vertel veel te veel (2008). Literair voyeurisme. De briefwisseling is interessant tot beide heren ruzie krijgen en Hermans Reve verder volkomen negeert.
Een ander voorbeeld van literair voyeurisme: Doeschka Meijsings roman Over de liefde (2008), over de verbroken relatie tussen de auteur en journaliste Xandra Schutte. Een eerlijk boek over geborgenheid versus eenzaamheid.
Omdat Harry Mulisch op bezoek kwam op de school waar ik lesgeef, besloot ik ondanks mijn aversie tegen zijn persoon toch maar eens een boek van hem te lezen. Dat werd De zaak 40/61 (1962), over het Eichmann-proces in Jeruzalem. De passages waar Mulisch de filosoof uithangt daargelaten is dit een memorabel boek over de rol van het individu in de holocaust. Een boek om te herlezen.
Een mooi boek dat lekker wegleest is Ein perfekter Kellner (2004) van de Zwitser Alain-Claude Sulzer. Qua stijl en thematiek vergelijkbaar met The remains of the day van Kazuo Ishiguro. In het boek van Sulzer beleeft een kelner op jonge leeftijd een liefdesavontuur, waar hij de rest van zijn leven op teert. Jaren later wordt hij weer met de liefde van zijn leven geconfronteerd.
Het opmerkelijkste boek dat ik las: Die Liebhaberinnen (1975) van Elfriede Jelinek. Wat een nare vrouw. Genadeloos, maar met veel humor fileert Jelinek de ambities van twee jonge vrouwen in een Oostenrijks dorpje die zich door het aan de haak slaan van een man willen ontworstelen aan het werken aan de lopende band of als naaister.
Mooiste boek dat ik las: Een revolverschot (1905) van de Vlaamse schrijfster Virginie Loveling. Waarschijnlijk een vergeten schrijfster en een vergeten roman. Ooit bij De Slegte gekocht voor twee euro. Loveling beschrijft het leven van twee zussen die samen in een Vlaams dorpje wonen. Als beide zussen verliefd worden op dezelfde man, heeft één zus het nazien. Met veel gevoel voor psychologie wordt het einde van een harmonische idylle beschreven.
All American names
Kijkend naar mijn favoriete soap viel me bij de aftiteling op dat je in Amerika zoveel korte, krachtige (eenlettergrepige) voornamen hebt, zoals Gale, Hal en Brad. Vroeger had je dat in Nederland ook (Jan, Piet, Klaas). Zouden ze in Amerika een voorliefde voor korte namen behouden hebben? En hoeveel korte namen kun je maken met het combineren van 26 letters?
Abonneren op:
Posts (Atom)