dinsdag 25 maart 2008

Laat maar zitten

Op Tweede Paasdag las ik de briefwisseling tussen Willem Frederik Hermans en Gerard Reve, getiteld Verscheur deze brief! Ik vertel veel te veel, uit.
De briefwisseling vormt eigenlijk het verslag van het einde van een vriendschap. Directe aanleiding is Reves verzoek aan Hermans om een bijdrage te schrijven voor het tijdschrift Tirade, een tijdschrift dat Hermans 'haat', omdat het door Geert van Oorschot wordt uitgegeven en omdat er in de redactie een aantal literaire vijanden van Hermans zit.
Na de breuk in 1959 zijn er zo nu en dan wat pogingen van Reve tot contact, bijvoorbeeld in 1971: "Wel een eind weg wonen we nu, van elkaar. Ik zou je graag weer eens ontmoeten. We worden oudt & ziek, & de tijd dringt. Geen herrie meer maken, bedoel ik."
Pas in 1986 kan er van de kant van Hermans weer een aardig woord af: "Houd je goed." Maar dat is dan ook alles. Op de envelop van de laatste brief die Reve hem stuurt, schrijft Hermans de veelzeggende woorden: "Laat maar zitten".
Hermans en Reve zijn in de eerste jaren zeer goede vrienden. Hermans blijkt een zeer gevoelige man te zijn. Misschien blijft hij dat in latere jaren ook. Maar hij stelt zich niet meer kwetsbaar op en 'laat zich niet meer zien' (om het in moderne psychologische termen uit te drukken). Reve doet dat naarmate hij ouder wordt wèl. Maar dat hij ook een secreet kon zijn weten we uit de briefwisseling met Van Oorschot.

woensdag 19 maart 2008

Nog maar eens een berichtje over sterven

Op 15 april 2006, nu al weer bijna twee jaar geleden, werd Gerard Reve begraven in Machelen-aan-de-Leie. Ik was er, als fervent reviaan, natuurlijk bij. Het was een waardige begrafenis: met een stampvolle kerk en een prachtige toespraak van Erwin Mortier. Enige wanklank: de afwezigheid van veel prominente collega-schrijvers. Ongetwijfeld was Reves zelfverkozen isolement hier debet aan. Maar wie er wel was: de grote Hugo Claus. Nu is ook hij overleden. Ik las slechts enkele gedichten van hem, die ik erg mooi vind. Maar ik beloof bij dezen plechtig zijn Verdriet van België van kaft tot kaft aandachtig te gaan lezen.