Tot 4 februari is in het Musée d'Orsay in Parijs een overzichts-tentoon-stelling te zien van het werk van de Belgische schilder James Ensor (1860-1949). Er hangen maar liefst honderdtwintig van zijn werken. Ik moet me erg inhouden om niet alleen voor deze tentoonstelling op en neer te reizen naar Parijs. Gelukkig breekt in 2010 het Ensor-jaar aan en is er in België een drietal interessante tentoonstellingen te zien. In het nieuwe Mu.ZEE in Oostende is vanaf 13 februari Bij Ensor op bezoek te zien, in Brussel in Bozar vanaf juni een tentoonstelling waarover nog niet zoveel bekend is en vanaf 16 oktober in Gent Hareng-Saur: Ensor en hedendaagse kunst, een co-productie van het Museum voor Schone Kunsten en het S.M.A.K.
Het hier afgebeelde schilderij Squelettes se disputant d’un hareng-saur (1881) is in zijn radicale moderniteit vergelijkbaar met de gedichten die de Duitse expressionistische dichter Gottfried Benn niet veel later schreef over zijn belevenissen als patholoog-anatoom in het lijkenhuis van Berlijn. Ensor vond zijn inspiratie bij maskers, chinoiserieën en (delen van) skeletten, die aanspoelden op het strand van zijn woonplaats Oostende. Een 'hareng saur' is een gerookte haring, uitgesproken klinkt het als 'art Ensor'. Skeletten die vechten om Ensors kunst. Ik denk dat de kunstenaar hier zijn critici heeft afgebeeld, maar het schilderij laat ook andere interpretaties toe. Volgens Ensor was de kracht van de 'fantastische kunst', dat het een geheim bevat, een enigma dat in zijn grijnzende duisternis blijft voortbestaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten